Canada Deel1

1 juni 2010 - Vancouver, Canada

Onze laatste bestemming...CANADA. Tweede grootste land ter wereld met slechts een 30 000000 inwoners.
Via Dallas  arriveerden we in Vancouver, West-Canada. We zouden onze couchsurfhost, Corrado, ontmoeten in de luchthaven. Blijkbaar was hij ons vergeten. Maar hij kwam er toch nog door met wat vertraging. Ondertussen hadden wij een bakje chinees gaat halen om te eten. Op onze vluchten met american Ailines kregen we geen maaltijden...kinnekloppe!
Naast het inkopen doen en koken voor onze gastheer, brachten we de eerste dagen in Vancouver door met het zoeken naar een auto. Op de internetberichten kregen we geen reacties. Dus  gingen we te rade bij een lokale auto sjoemelair en de Chinese auto-dealers.
Ons oog viel op een Dodge caravan uit 1994, 130 000km en een redelijke prijs. Na wat overdenkingen kochten we de auto en een verzekering. Nu konden we onze huisje op wielen installeren.
De achterbanken konden we in het flatgebouw van Corrado achterlaten. We leenden kampeerzetels van een van de buurmannen, we reden langs tweedehanswinkel (thriftshops), ONE-dollar-store, de Ikea en vonden een matras.
Het was later dan gepland toen we Vancouver achter ons lieten en richting Hope reden. Daar kwamen we in het donker aan en parkeerde onze auto langs een rivier.
Onze eerste ochtend, van onze tocht into the wild, werden we wakker aan een snelstromende rivier met grote,  met mos bedekte rotsblokken in een bos van dennebomen met baardmossen. Wat verder op, het Silver meer omgeven door bergen.  Een mooi begin.
De Crowsnest Highway bracht ons aan Mud Lake. In de winter een piste voor langlaufers. Wij maakte er een wandeling. En lieten ons hartje stelen door de columbiaanse grond eekhoorn. Tijdens het wandelen zei Evie ineens: " Duffy stop...kom achteruit...ne beer!!! Onze eerste zwarte beer, in het wild stond op +/- 50 meter van ons, rustig wat plantjes te knabbelen! Hij keek na een tijdje in onze richting en ging dan verder met eten. We stonden met open mond te kijken., naar een cinnamon black bear, . Die zijn helemaal niet zwart maar hebben een kaneelkleur. De meeste zwarte beren zijn zwart. SCHITTEREND. Uiteindelijk keken we elkaar een tijdje aan, tot hij een stap onze richting zette en wij een stap terug deden, rende de beer weg. OEF en WAAAW..dag 2-beer 1.  Zo'n ontmoeting hadden we niet verawacht  (op deze plek). We beseften meteen dat het echt menens is met dat wildlife hier!  
Met de ferryboot, die het langste gratis traject aflegd in de wereld , staken we het Kootenay meer over. We moesten terugdenken aan onze tijd in Noorwegen.
Via Crestron en Cranbrook kwamen we uiteindelijk terecht in White Swane Lake Provincial park. Het was een beetje een omweg, maar we zouden beloond worden met een gratis hot spring pool.. Een lekker warm badje zagen wij wel zitten.  Aan de oever van de ijskoude Lussier rivier is een warmwaterbad volledig uit natuurlijk materiaal.. Zalig en vooral heel warm. We hingen de volgende dag wat rond  het White Swane meer, zagen een koppel withoofdarenden en gingen 's avonds al wandelend terug naar de hotspring, aan de oever van de rivier. Voor ons vertrek de volgende dag namen we nog een laatste dipje. We ontmoeten toen een geemigreerde Zweed, Mats, waar we een hele tijd mee praten. Op zijn aanraden stopten we onderweg aan Wild Horse Creek. Hier was jaren geleden een goudzoekers dorp. Veel was er niet te zien.  Dus na een fijne wandeling reden we verder richting Fernie.
Op Duffy's verjaardag kwamen we langs "The world largest truck". En die was ook ENORM. Ge ziet ons bijna niet staan op de foto met de Titan! Deze monsters werden gebruikt in de mijnbouw en je wilt niet weten hoeveel brandstof die nodig had!
Langs de prairie kwamen we bij Waterton National  park. Een gebied dat gelinkt is aan aan Amerikaans park. We waren immers al dagen parallel aan het rijden met de grens van de USA.
Net na het binnenkomen  van het park parkeerden we de auto aan een meer en maakten een wandelingetje. We waren nog maar net vertrokken of we kwamen  een vrouw tegen die vanop een bank naar ons gebaarde dat er een beer in de bosjes zat. Duffy's verjaardagscadeau was zijn weg aan het eten door een loofbosje. We volgden hem een hele tijd maar kregen er geen volledig zicht op. Deze zwarte beer was wat groter dan onze eerste en zwart-bruin van kleur. We stonden veel dichter. De hele tijd luisterden we naar het "gekronsch" van de etende beer.
Een korte wandeling bracht ons naar een prachtig uitzicht van de .Waterton Lakes. Het grootste meer omgeven door een reeks bergen, in een bijna perfect ritme naast elkaar.
We besloten nog een lange wandeling te maken in het park en dat bleek een goede beslissing. We waren nog niet vertrokken of we zagen herten op de weg staan. Toen we aan het stappen waren zagen we nog een hert. Toen we wat hogerop kwamen in  een open gebied tegen de bergflank viel Evie's oog op een coyote. Vele meters boven ons. Hij had ons ook gezien. Wat verderop op de bergflank een kudde groothoornschapen. Zou de coyote daar gepasseerd zijn? Onze gespitste oren en  ogen zagen nog een bruine zwarte beer. Die was rustig aan het knabbelen op  sappig lentegroen, beneden op de bergflank. We volgden hem met onze ogen tot hij in het bos verdween. Ook wij moesten terug door een bos dat ons aan een geweldig uitzicht bracht.  In het midden, in de verte stortte een grote waterval zich van een enorome rotswand, omgeven door andere bergen. We kruisten de nog grotendeels met sneeuw bedekte rivierbedding  om in het bos aan de overkant te geraken. We wilden de waterval van dichterbij zien maar uiteindelijk moesten we vroeger forfait geven en terugkeren. Er lag nog zoveel sneeuw in het bos dat we het wandelpad niet meer zagen!  Aan het Cranmore  Lake maakten we ons avondeten, met zicht op een, nog met ijs bedekt meer, omgeven door sneeuwpiek bergen. Monumentaal!!
Onderweg naar onze overnachtingsplek zagen we nog een grote zwarte beer. Deze keer een echte zwarte. hij stond bijna op het wegdek! Ook dit prachtexemplaar was aan het knabbelen! De lieverds kunnen in de lente niet veel meer eten dan bloemen, paardenbloemen.
We verlieten deze wilde plek om een kijkje te gaan nemen aan de Head-Smashed-In Buffalo Jump. Al snel maakten de bergen plaats voor de eindeloze prairie. Reeds van ver zagen we de rotswand waar de First Nation People (wij kennen ze als "Indianen") kuddes bizons afjoegen. Archeologische vondsten wijzen uit dat zeker 5600 jaar geleden deze plek  al gebruikt werd voor deze specifieke jacht. Vele dagen van voorbereidend werk gingen vooraf aan de jacht die plaats vond in de herfst, wanneer de bizons op hun best waren. Aan de rand van de Jump zagen we enkele marmotten rondscharrelen en luierikken.
We besloten door de prairie naar Writing-On-Stone Provincial Park te rijden, alweer aan de Amerikaanse grens gelegen. Een klein maar zeer fijn Prov. Park! Vreemde rotsformaties zijn hier ontstaan, vele duizenden jaren geleden, door water en wind. Wij arriveerden er tegen de avond en we konden dan ook genieten van een prachtige zonsonderganng, die een warme gloed over de rotsen bracht. Een magisch plekje. Dat vonden de Aboriginals ook want voor de Blackfoot is dit de plek waar belangrijke mensen werden begraven. Ook vind je hier verschillende petroglyfen. Een ervan stelt een soort van gevecht voor.  Het is zeker dat de First Nation People hier hun tipi's hebben opgesteld maar dat deden ze nooit voor lang omdat deze plek daar te krachtig voor was.
De "Indianen" hadden trouwens geen paarden voor de kolonisten er waren.Zij gebruikten honden om hun lasten te dragen. Wij kunnen het ons in ieder geval niet inbeelden om hier alles te voet te doen in dit wilde land.  
We reden in de nacht verder want we vonden geen overnachtingsplekje in deze boomloze prairie en er zat een onweer aan te komen. Onderweg schrikte een witte uil, langs de kant van de weg ons nog even op. Uiteindelijk ergens gestopt na 2-3 uren rijden in deze donkere nacht. Het was zo zwart dat je enkel de grind en de weg kon zien. We waren dan ook in de buurt van Cypress Hills Prov. park. Dat park heeft een certificaat gekregen voor een van de donkerste plekjes. Het is ook een gebied dat niet onderhevig is geweest aan de krachten van de gletjers van de IJstijd. Onderweg naar het park zagen we vogels zo blauw als de lucht. We brachten een bezoekje aan een bijeenkomst van de Matis people. Afstammelingen van gemixte huwelijken tussen pelsjagers en First Nation people. Ze leefden ook in tipi's en waren fervente vioolspelers.
We hadden een gesprek met een van de aanwezigen over de prairie. Hij stelde het zo: " It's so flat in the prairie, you can see your dog running away for 2 days!" Na deze hilarische woorden maakten we een wandelingetje waardoor we de rest van de dag geplaagd werden door teken. Brrr
Nu we toch al wat omwegjes gemaakt hadden, besloten we ook een te gaan kijken in Dinosaur Provincial Park. We reden enkele uren door de prairie en zagen dan in de verte een soort ondergondse wereld te voorschijn komen. We moesten letterlijk naar beneden rijden om in het park van afgesleten rotsen terecht te komen. Unesco heeft deze plek op haar lijst staan omdat het een gebied is rijk aan fossielen van 300 verschillende organismen.  90% van het park is niet geopend voor publiek. Dat maakte ons niet zo uit want het weer zat niet helemaal mee. We hebben er wel een hert met haar jong gezien. Herten zien we hier bijna elke dag.
Omdat we de bergen al begonnen te missen reden we terug naar het westen. Onderweg zagen we een prachtige, venijnige vos door de velden rennen en vingen we een glimp op van een coyote.
Reeds vanaf 100km afstand konden we aan de horizon de silhouetten van de bergen zien. Yeah!
In Banff Nationaal Park kookten we aan Johnson Lake en maakten een mooie wandeling rond het meer.
We reden verder en kwamen op de weg een kudde groothoornschapen tegen. een van de rammen had blijkbaar genoeg van de vele foto’s en wandelede een tijdje achter ons aan. toen hij een heuveltje kwam afgestormd in onze richting, ging Duffy op de gaspedaal staan. Hij voelde het aankomen. Wat verderop vonden we een goeie spot  met uitzicht op bergen. De volgende voormiddag werd daar in de buurt een grizzlybeer gezien, terwijl Duffy aan het spelen was met een Whisky Jack vogel. Met wat broodkruimels in zijn hand kwam de vogel zonder veel aarzelen op zijn hand zitten. De eerste keer, de vorige avond, gebeurde het zonder eten!  
We trokken onze stoute schoenen aan en gingen opzoek naar de grizzly. Evie zei al gauw: “Ik heb er geen goed gevoel bij!” dus keerden we terug en reden we naar de Johnston canyon. Een prachtige wandeling langs door de rivier uitgesleten rotswanden en watervallen. we kookten onze bonenschotel met zoete patatten aan het 2 Jack Lake. Een van de vele mooie, ijkoude, meren hier.
Een van de mooist meren hier is Lake Louise. Het is ook een van de meest gefotografeerde. Wij aten er lunch tenmidde van de vele ander bezoekers gingen nog een kijkje nemen aan Lake Morraine. Nog een van die prachtige klassiekers. Omdat het een zonnige zondagnamiddag was en er veel volk in het park circuleerde besloten we een rusitg plekje te zoeken met zicht op de bergen...en de highway.
Na een dagje chillen was het tijd voor actie. Langs de oever van Lake Louise wandelden we naar de andere kant van het meer waar een pad naar boven ons naar de boomloze zone bracht ten midden van sneeuwpieken. Tijdens onze lunch aan het blokhuttheehuis, werden we benaderd door eekhoorns. Cutiepies! ‘s Avonds toch behoorlijk moe van onze, 14km lange gevarieerde en interessante wandeling.
Het volgende nationale park werd Kootenay. Daar stopten we aan de “continenal divide” waar water aan de ene kant naar de Pacifische oceaan vloeit, en aan de andere kant naar de Atlantische oceaan.  
Ondanks al dat water hebben ze hier elk jaar wel wat bosbranden. In 2003 is 14% van het park in de fik geschoten. Tijdens ons bezoek aan de Marble Canyon waren we omgeven door deze afgebrande bossen. Dat leverde samen met de bergen en de canyon een spektaculair zicht.
We gingen verder naar de “Paint pots”. Bronnen van oker die door de Aboriginals werden gebruikt om zich te voorzien van dit ijzeroxidant. De hele omgeving rond de bronnen had een okerkleurige grond. Evie vulde een zakje met deze natuurllijke kleurstof. Die dag zagen we een kolibrie voorbij ‘brommen’. Zeer aparte vogels, klein en snel.
Aan de rand van Kootenay, zagen we in het dorp Radium een kudde groothoornschapen lopen. Eerder die dag hadden we onze eerste moose gedurende enkele seconden gezien. En toen we in Invermere inkopen deden stond er een hert in het centrum van het dorp te grazen. Ja ja de mensen leven hier elke dag met wilde dieren, dat is bij ons toch wel heel anders.
We gingen in Invermere op zoek naar Mats, de geimmigreerde Zweed die we anderhalve week eerder hadden ontmoet in Lussier Hot spring.  We vonden zijn winkel en ontmoeten zijn vrouw en brachten een bezoek aan de creatieve winkel van zijn dochter. Hij gaf ons ook nog tips voor de hot spring in Fairmont.
We vonden zonder probleem de bron waar de First Nation people ook al van een warm bad genoten. In die tijd stond het stenen huisje met 3 kamertjes met elk een bad er waarschijnlijk niet. Wij genoten er in ieder geval van een zalig warm bad, niet zo heet en naar sulfer ruikend als het vorige.  
Zo een luxe hebben we niet elke dag hier tussen de wilde dieren.

5 Reacties

  1. ikke:
    29 juni 2010
    zoooooo mooi het is gewoon niet met woorden uit te leggen, alhoewel jullie verslag met grote ogen en open mond gelezen is!
    GENIET NOG SUPER VEEL, ikke
  2. Schwenny:
    29 juni 2010
    Amai....dat is nogal eens een verhaal...niet te doen hoor...zo'n schone momenten om te koesteren voor heel jullie leven...echt wel fantastisch!!!
    Op naar de volgende mooie belevenissen...veel plezier!!! dikke kus...sissy
  3. Schwenny:
    29 juni 2010
    Vol ontroering, met tranen in mijn ogen heb ik van jullie foto's genoten....zeer mooi!!!
  4. rebecca.kurkiewicz:
    30 juni 2010
    ongelooflijk!!!!!!!!!!
  5. Joke Aldenhuijsen:
    7 juli 2010
    Ik heb genoten van jullie verslag in Canada. Leuk om te weten waar het was en te lezen hoe jullie deze gebieden hebben ervaren. Ik heb net een uitgebreider commentaar geschreven bij het stuk over Chili en Santiago. De volgende avonturen bewaar ik voor later. Dan kom ik nog eens langs.
    Groetjes Joke