Bolivia

7 april 2010 - Copacabana, Bolivia

Na onze avonturen op de eilanden, moesten we volgende dag weer redelijk vroeg uit de veren, om de bus naar Bolivia te nemen. Een mooie rit van 3 uur bracht ons in Copacabana. Een klein stadje, ook gelegen aan het Titicacameer. Wat ons betreft wel wat gezelliger  dan het grijze Puno. Het bekende strand in Brazilie dankt zijn naam aan dit stadje. Een of andere conquistador had beloofd aan de Heilige Maagd van Copacabana, dat het volgende strand dat hij zou tegenkomen, deze naam zou krijgen. Zo gezegd zo gedaan. En nu zitten wij in ons hoofd met dat liedje "Copacabana" van Barry Manilow (ofzoiets). Als je het hoort ken je het zeker!
Onze wandeling naar de Calvariberg (het lijkt wel of elk dorp er een heeft) leerde ons dat die Heilige Maagd hier serieus genomen wordt. Net zoals haar zoon. Halverwege de beklimming zaten er enkele mensen alcohol te drinken en op de grond te sprenkelen, terwijl ze een potje houtskool zaten te verbranden. Een man zat ponpons aan zijn lama's oren te naaien. Hij vertelde ons vanalles maar we begrepen er niks van. Aan de top van de berg hadden we een zalig zicht over Copacabana en het Titicacameer. Aan de zwart geblakerde stenen die bedekt waren met was, konden we afleiden dat er hier ook nog veel rituelen gehouden worden.
Terug beneden, een bootticketje naar Isla del Sol gekocht voor de volgende dag. Dan de straten afgewandeld op zoek naar proviand voor onze dagen op het eiland. Brood, groentjes, kaas, popcorn, water.. We waren niet van plan om nog eens honger te lijden op een eiland. De popcorn is  hier trouwens mega-groot en ze verkopen hier een heel breed gamma aan 'gepopte' dingen.
Met onze rugzakjes vol eten stapten we op de boot. Deze keer geen comfortabele stoelen en WC aan boord. De 2,5 uur durende boottocht was, ondanks de kerkstoel-achtige zitjes, een mooie tocht naar het noorden van het eiland. Volgens de mythologie is Isla del Sol de geboorteplaats van de Zon en Isla de la Luna, wat verderop, de geboorteplaats van de Maan. De reisgids verteld dat ook de twee stichters van het Incarijk zijn hier geboren. Maakt ons niet uit wie hier allemaal zou geboren zijn, het viel ons wel direct op hoe mooi dit eiland is. We besloten eerst te brunchen in de schaduw van een grote eucalyptusboom, alvorens we aan het eerste deel van de wandeling te beginnen. Het Incapad liep over interessante geologische lagen, langs een heilige rots en een altaar naar een Inca-ruine met de naam 'Labyrinth'. Een mooie plek voor Evie om even te contempleren over de plek waar ze zich bevond en de mensen die er geleefd hebben. Duffy voelde meer voor de jacht op stieren, met de camera. Een van de grazende beesten vond dan weer dat Duffy wat mocht opgejaagd worden.
Het Incapad richting zuiden, liep verder naar boven wanneer we het labyrinth achter ons lieten. Een portie cocabladeren leek ons op dat moment wel nuttig..het bracht jammer genoeg niet veel verlichting. Het landschap deed dat wel. Omringd door het blauwe water van Titicaca liepen we over een rotsachtig pad. Met momenten leken de rotsen zelfs roze van kleur. We observeerden de mensen die op een lager gelegen pad hun ezels voortdreven. Het laatste stuk van onze 4uur durende wandeling bracht ons in een eucalyptusbos. Dat bracht ons wat schaduw en een lekker aroma. De basten van deze bomen zijn ook een lust voor het oog met hun vele kleurschakeringen. Bij aankomst in het zuidelijke dorp werden we gestalked door een hulpvaardig jongetje. Die wou ons helpen bij het zoeken naar een overnachtingsplek. We kozen, op aanraden van een Australisch koppel waar we onderweg mee hadden staan praten, een hostal op het hoogst gelegen punt van het dorp. Een goede raad want we hadden niet enkel een groot balkon, direct aan de kamer, maar ook zicht op het meer vanop ons bed. Een prachtige plek. We besloten er 2 nachten te blijven. Onze tweede dag op Isla del Sol brachten we door op het zuidelijke gedeelte. We beklommen de Incatrap, en wandelden langs de bergflanken, op zoek naar nog een ruine. Toen we die meters lager in zicht kregen, besloten we als alternatief, naar een van de uitkijkpunten te wandelen. Daar maakte Evie een tekening van het hooggebergte waarop je zo een mooi zicht hebt langs deze kant van het eiland. Dezelfde bergketen die we gezien hadden vanop het eiland Amantani. Duffy besloot naar het volgende uitzichtpunt te wandelen waar hij zijn stenentoren maakte in de brandende zon. We keerden samen terug langs de andere kant van de bergflank. Dat pad bracht ons snel terug aan ons hotel met uitzicht. Ons proviand was nu allemaal op, dus hebben we onszelf verwend met een heerlijke pizza met pint als avondeten. Een mooie afsluiter van onze rustige dagen op het prachtige eiland.
De volgende dag vaarden we terug naar het vasteland, waar we een ticketje kochten voor de bus naar La Paz. Alvorens we op de bus stapten, waren we getuige van de bekende autozegeningen van Copacabana. De mensen versieren hun auto's met gladiolen, een priester doet een rondje rond de auto terwijl hij die met wijwater besprenkeld. Er worden foto's gemaakt. De eigenaars kopen alcohol die ze over de auto gieten alvorens er zelf van te drinken en steken nog wat firecrackers af.  We hebben op enkele bussen gezeten waar een soort spandoek hangt met de boodschap:" Gezegend in Copacabana". Onderweg naar La Paz  zagen we een auto langs de kant staan met autopech, de zegening, waarvan de bloemen bewijs waren, had blijkbaar niet geholpen
In de late namiddag arriveerden we in La Paz waar we binnen de 15minuten een kamer vonden aan de Heksenmarkt.  Dat van die heksen is geen gezever. Hier kan je allerlei talismannen, kruidenmengsels en cactussen kopen. Ze verkopen zelfs uitgedroogde lammetjes en babylama's. Waar die goed voor zijn weten we niet. Wandelen in La Paz is geen lachtertje. Dit is een van de hoogst gelegen steden. De armen wonen boven(rond de 4000meter) en de rijken wonen beneden (rond de 3650meter). Sommige straten lijken wel stijl omhoog te gaan. En de vele collectivo's, bussen en auto's, doen natuurlijk geen goed aan het zuurstoftekort op deze hoogte. De stad zelf maakte niet zoveel indruk op ons. Na de chaos van Aziatische steden en markten hebben we wel al het een en ander gezien. Maar HOE deze stad, met 2,5 miljoen inwoners zich verspreid tegen de bergflanken, maakte wel indruk op ons.
Veel hebben we niet gedaan in La Paz. Uitgerust, aan de blog gewerkt, naar de markt gegaan, onze verder reisroute uitgedokterd en prijzen vergeleken.  Na 3 nachten vertrokken we uit La Paz met 2 zakken popcorn onder de arm.
De 3 uur durende rit, in een minivan, naar Coroico bracht ons, van het hooggebergte, naar een exotisch plek op een hoogte van ongeveer 1700 meter. Onderweg konden we een glimps opvangen van de lamakuddes en diep gelegen valleien.  Een prachtige route. Vroeger ging de weg van La Paz naar Coroico, langs de gevaarlijkste weg ter de wereld. Een smalle zandweg, door de bergen, net breed genoeg voor een auto. Enkele jaren geleden hebben ze een nieuwe, bredere, "geasfalteerde" weg aangelegd.  De "dodenweg" wordt vandaag gebruikt door, automobislisten die benzine willen sparen (de weg is korter dan de nieuwe weg) en avontuurlijke toeristen die de weg naar beneden fietsen. Heel recent heeft een Israelische vrouw daarbij het leven gelaten.
Bij onze veilige aankomst in Coroico besloten we nooit meer in een minivan te reizen. Veel te krap en veel te weinig uitzicht door de kleine raampjes. Evie werd er zelfs bijna claustrofobisch van.We vonden een hostal in het centrum van het dorp, met aan beide kanten van het grote terras, een fantastisch zicht op de Yungas. Zo noemen ze het gebied tussen het hooggebergte en de jungle.
We maakten er een vaste gewoonte van om brood, kaas, tomaten en avocado te kopen voor de brunch. Onze eerste dag na aankomst, maakten een wandeling met als doel de watervallen. We volgden het pad zoals beschreven in de reisgids, maar na 2 uur wandelen kwamen er nog steeds geen watervallen in zicht en werd het pad te vaag om nog te volgen. Dat neemt niet weg dat het een prachtige wandeling, langs een bergflank was. We hadden een fantastisch zicht op de omringende bergen. Af en toe vloog er een grote roofvogel langs ons en we konden genieten van het vrolijke gekwetter van de andere vogels. Vele vlinders fladdderden ons voorbij, gedragen door de wind. Struiken met orchidee-achtige paarse bloemen tinten het pad.
Het is opvallend dat er hier in het dorp mensen van Afrikaanse oorsprong leven. Het zijn afstammelingen van Afrikaanse slaven die hier in de mijnen moesten werken.
We waren van plan om onze tweede dag in Coroico naar een festival te gaan. Maar het begon pas om 22u. Dus besloten we de volgende dag te gaan en brachten we de dag rond met rondhangen in het dorp. Het viel ons op hoe graag de Bolivianen ijsjes eten. We hadden dat al op andere plaatsen gezien maar hier was het echt extreem.
De volgende dag gingen we met een fles wijn en een fles rum (van 1,2 euro) in de rugzak een kijkje nemen aan het festival, 5 km verderop.  De muziek was reeds van ver te horen. Vreemd genoeg wist niemand van de locals in Coroico dat er een festival was. Er was ook helemaal niets aangegeven. Het was dus een beetje op goed geluk dat we de vermoedelijke weg volgden. Bij aankomst aan de festivalweide was onze "feestgoesting" fameus verminderd. Het zag er meer uit als een hippieboerderij. Besloten om het 'festival' dan maar te laten voor wat het was en onze wandeling verder te zetten. Eigenlijk deden we dezelfde wandeling als eergisteren, maar deze keer langs de weg. We besloten nog een poging te wagen, om de watervallen te zoeken. Deze keer, goeie keer en we werden beloont met mooie panoramische zichten en klatterend water..  
Terug in het dorp meteen een menuke gaan eten en dan een fiesta gehouden op ons terras. Met uitzicht op de bergen dronken we wijn en rum, tot dat we draaiend in ons bed vielen.
Na 3 nachten in een slecht bed was het tijd om verder te reizen. Ondanks alle waarschuwingen en raadgevingen van anderen hadden we besloten om de +/- 15uur durende busrit naar Rurrenabaque te wagen. Het begon al fout in Coroico zelf. De vrouw van het busbedrijf zou ons opwachten aan de kerk en voor een taxi naar Yolosita zorgen, waar de bus ons zou oppikken. Toen de vrouw al 20 minuten te laat was, ging Duffy naar het busstation om eens te gaan horen of ze ons misschien vergeten waren. Een kwartiertje later dropte de vrouw ons in de laadbak van een vrachtwagen. Taxi...my ass ja! Toen die vrachtwagen maar niet leek te vertrekken begon Evie wat tekenen van stress te vertonen. De vrouw was er inmiddels vandoor gemuisd. Toen stopte er een andere vrachtwagen en de mensen op onze vrachtwagen zeiden dat we daar konden mee meerijden. Evie overlegde even de prijs en voor we het wisten waren we aan het rijden en beantwoordde Evie in haar beste Spaans de vragen van de chauffeur. Een kwartiertje later waren we in Yolosita, net op tijd voor de bus. Het was een beetje een opluchting dat er nog andere reizigers aan het wachten waren op de bus... die uiteindelijk een uur later arriveerde! Daarmee waren de problemen nog niet van de baan. De co-piloot deed een hele uitleg maar we begrepen er niets van. Gelukkig zat er nog een Spanjaard op de bus (vol Bolivianen) die Engels kon en voor ons kon vertalen. Blijkbaar zat de bus meer dan vol en konden we wel meerijden als we bereid waren de eerste 3uur recht te staan of op de grond te zittten. We stemden toe met het idee in het achterhoofd dat alles tijdelijk is. En daar stonden/zaten we dan in een volgestouwde bus. Alle ramen stonden open maar dat kon de warmte niet verdrijven. Elke keer een tegenligger passeerde kregen we nog een extra laagje stof over ons. De weg was ook wel duidelijk het verlengde van de "dodenweg". Een zandweg vol putten die amper breed genoeg was voor onze bus. Soms volgden de bochten zo snel op elkaar dat de bus moest stoppen en achteruitrijden om de bocht te kunnen pakken. Het enige verschil met een busrit in Nepal waren de zetels. Die zagen er hier zacht en comfortabel uit. Zeker vanop een harde, ribbelige vloer.  Zoals gezegd komt aan alles een einde en zoals beloofd konden we 3 uur later genieten van de luxe van een zetel. Deze luxe bracht jammer niet veel beterschap aan Duffy's toestand. Die had last van koorts en sprak geen woord. Blijkbaar meer aan de hand dan reisziekte. Want we hadden elk een halve toerestil achter de kiezen. (Dat was trouwens lang geleden! Evie is blijkbaar verlost van haar reisziekte) Nog eens 3 uur later stopten we nog eens voor het avondeten. De zon was nu inmiddelds verdwenen achter de bergen. Tijd om wat te slapen. Dat gaat moeilijk in een bus waar je constant heen en weer geslingerd word. Na een tijdje rijden stopten we weer. Deze keer wat langer, er was blijkbaar een technisch probleem, want ze begonnen te hameren op de as van de achterwielen. Er werd gelasd en nog wat gesleuteld aan de wielen zelf. Zeker een uur hebben we daar stil gestaan alvorens we verder reden naar onze volgende stop. Deze keer drugscontrole, net nu iedereen wat de slaap had kunnen vaten. Ze controleerde de identiteitsbewijzen en namen een kijkje in de bus. Geen drugs aan boord dus konden we verder rijden door de nacht. Duffy was ondertussen begonnen met het laten van de fameuse "eierboeren" die ons beide hebben geteisterd in Nepal. Toen we 's ochtends aankwamen in Rurrenabaque namen we het eerste het beste hotelletje op onze weg zodat Duffy in een stilstaand bed kon crashen.  
Het was verschrikkelijk warm in Rurrenabaque. Zelfs nachts bleef de hitte in je lichaam rondhangen. Het bracht ons terug naar onze dagen in Bangkok. De omgeving deed ons dan weer wat denken aan Zuid-Nepal of Cambodja. Eigenlijk wel wat surrealistisch!
Veel hebben we niet gedaan in de tropen. De eerste twee dagen lag Duffy ziek in bed en tijdens de tweede nacht begon Evie koorts te krijgen, gepaard met hoofdpijn en ontelbare wc bezoeken.
Toen we de vierde dag beide wat waren uitgeziekt, besloten we te vluchten uit deze hitte..en wel zo snel mogelijk! In plaats van een tour te boeken in de jungle en/of de pampa's,  kochten we een vliegticketje, voor diezelfde dag, naar La Paz. Evie had het wel wat moeilijk met deze beslissing, omdat ze al zeer lang droomt van een bezoek aan de Zuid-Amerikaanse jungle!
Tijdens de 40-min durende bloedhete rit naar de "luchthaven" heeft Duffy de grootste knaagdieren te wereld gezien (de naam ontglipt ons).  
We verlieten het grote grasveld in het kleinste vliegtuigje waar we ooit mee hebben gevlogen. Goed voor 19 passagiers en 2 piloten. We vonden het beide een grappige ervaring. Minder volk als op een bus en bijna 20 keer sneller! Na minder dan een uurtje (turbulent) vliegen, waarbij we een glimps konden opvangen van de Andes, zetten we voet aan grond op de hoogst gelegen internationale luchthaven (4000m).  Wat waren we blij dat we de bergen terug zagen en terug konden ademen (ondanks de hoogte) en verlost waren van die helse, ondraaglijke hitte.

Foto’s

6 Reacties

  1. ikke:
    2 mei 2010
    Buiten onconfortabele busreizen en koortsaanvallen is het allemaal toch gewoonweg grandioos hoor !
  2. Schwenny:
    2 mei 2010
    aiaiai...caramba...niet te doen zeg, wat een verhaal!!!Wat een belevenissen weeral...jammer wel van jullie ziekte!!!Ben wel blij om weer eens iets gelezen te hebben van jullie...you're alive!!! :) ....veel succes nog met de volgende avonturen!!! veel liefs van jullie sissyke
  3. sterre en noa:
    2 mei 2010
    mijn dag was weer goed want deze morgen...pling pling pling... nieuws op de blog. Dit was wel een record van wachten op nieuws dus ook hier toch wel weer opgelucht en blij iets te lezen. Toch maar voorzichtig zijn met die vreemde vervoersmiddelen allemaal, hè! Nog even en dan op naar de olievlek!!
  4. rebecca.kurkiewicz:
    2 mei 2010
    inderdaad,op naar de olievlek.Ge zijt een beetje ramptoeristen geworden hé p.In ieder geval,spannende verhalen.Nu kunt ge toch al'n beetje aftellen,niet?Wanneer komen jullie terug,binnen een maand of 2,3?Da begint inderdaad te korten dan.Groetjes en tot het volgend nieuwsje
  5. Ive:
    6 mei 2010
    Dus die heilige maagd was niet echt meer een maagd...vermits ze daar serieus genomen wordt !(begin van de tekst) of begrijp ik dat verkeerd?
  6. Schwenny:
    10 mei 2010
    Hallo Davy en Evie...we zijn weer helemaal verrast door wat jullie allemaal geschreven hebben...wat een belevenissen toch hé...zeker de moeite hoor!!!En ook hele schone foto's, fijn om te zien dat jullie het goed maken...blijf nog genieten van alles wat jullie nog gaan meemaken...en wij...wij tellen af op jullie terugkomst!!! :)
    VEEL LIEFS VAN MAMA EN JULIEN!!!!xxx