Centraal NZ en de oostkust

13 februari 2010 - Tongariro National Park, Nieuw-Zeeland

Na een overnachting en wandeling rond het Victoria meer in Whanganui reden we verder naar het binnenland. De route ging zeer lange tijd over een kiezelweg, langs het moeilijk toegangkelijke Whanganui nationaal park. Een mooi gebied waar we wilden gaan kajaken. Dat bleek veel te duur te zijn en besloten we om bezienswaardigheden, zoals "the bridge leading to nowhere", te laten voor wat het is. Het is een brug in het midden van het bos, met geen weg die ernaar toe leidt.

We reden verder naar het Tongariro nationaal park. Eerst nog wat inkopen gedaan in een stadje dat alles had om dienst te doen in een western film. Het  was er stoffig, iets of wat verlaten indruk, veel wind..het enige wat nog miste was zo een bol gras die door de straten rolt.

Tongariro nationaal park is een vrij groot gebied met 3 vulkanen. Gedeeltelijk "kaal" en gedeeltelijk bebost. De kiwi zou hier 's nachts ronddwalen en honden zijn dus, net al op veel plaatsen in NZ, totaal verboden. Zij zijn de hoofdoorzaak van kiwi sterfgevallen, vermits die schattige vogels niet kunnen vliegen. Verdwijning van de habitat en andere geintroduceerde roofdieren zijn ook een bedreiging voor de kiwi. De kiwi's (zo noemen de Nieuw-Zeelanders zich) pompen veel geld in het behouden van hun nationaal symbool.

IK zag een kiwi kiwi's eten terwijl hij opzoek was naar kiwi's.

Wij onze wekker gezet omdat het een wandeling van +/- 20km is en we er op tijd aan wilden beginnen. Bij het ontwaken zag het weer er veelbelovend uit, en eens we aan het startpunt van de wandeling kwamen aangesnord, hadden we een volledig zicht op de vulkanen. De goden waren ons goedgezind! Dit gebied is heilig voor de Maori's. Met proviand op de rug begonnen we aan het eerste stuk van de wandeling. Door de vallei, met eerst nog wat struikjes en wat verderop geen begroeing meer. Vreemde rotsformaties en volledig zicht op de Ngauruke, met rode krater, en Tongariro vulkaan. Deze vulkanen waren het decor voor Lord of the Rings, mount Doom. Eens we aan de voet van de vulkaan waren konden we beginnen klimmen. Hier begint ook het alpiene gedeelte. Duffy ging naar boven alsof het niks was, maar Evie had veel moeite om de oneidig vele trappen te beklimmen.  Met steken in de zij en al hijgend kwam ze 'boven'. In die tussentijd had Duffy al geruime tijd kunnen genieten van het weidse uitzicht over de vallei. Je kon de parking in de verte zien liggen en nog veel verder kon je zelf Taranaki zien! De trek ging verder door een vlakte tussen de 2 vulkanen. Het was een ideaal decor voor een science fiction film. Als er niet zoveel volk zou lopen zou het je een absoluut desolaat gevoel geven. Geweldig landschap! De volgende glibberige beklimming kwam algauw in zicht en Evie besloot niet meer te proberen Duffy te volgen, maar naar boven te stappen met een groepje 70-jarige Amerikanen. Met een brede smile kon ze zich bij Duffy vervoegen. Tijdens de 'lunch' een fantastisch uitzicht over het nationaal park. Dat we alpiene hoogtes hadden bereikt was duidelijk te voelen aan de koude wind die ons teisterde sinds we de vlakte hadden bereikt. Nog een kleine, laatste beklimming in een dikke aslaag verwarmde ons weer. De grond zelf voelde ook warm aan. Wat verderop zagen we stoom uit de grond komen. De vulkanen zijn dus nog niet ingeslapen. Over de top hadden we zicht op de sulfur meren.  Zo mooi als ze van kleur zijn, zo hard stinken ze naar rotte eieren. Dit was het punt waar we terugkeerden. Terug naar beneden in de aslaag, langs de glibberigge afdaling, door de vlakte en dan trappekes af naar de vallei. Nu we naar beneden gingen viel het ons op dat we, met momenten, door gestolde lavastromen wandelden. De laatste uitbarsting was in 1975. Moe, maar zeer tevreden arriveerden we terug op de parking.

Bij aankomst in het nationaal park waren de vulkanen in de wolken gehuld. Op de koop toe begon het 's avonds aan een stuk door te regenen.  Wij bidden dat het de volgende dag zou opgeklaard zijn, omdat we van plan waren om de Tongariro Alpine crossing te doen. Naar 't schijnt 1 van de mooiste dagtochten in de wereld, omdat ze vol variatie zit.  Ons plan was om halverwege terug te keren omdat we anders redelijk veel geld moesten betalen om terug aan de auto te geraken. We zouden de wandeling dus niet eindigen in het bos.

 

Vermits het slecht weer bleef reden we verder richting oostkust.

We reden verder, veel verder dan gepland, tot aan het Taupo meer. De volgende ochtend was de lucht grijs en begon het weer te regenen. We hadden dus echt wel veel geluk gehad tijdens de Tongariro crossing! Wat in Taupo rondgehangen en onze eerste BURGERFUEL hamburger gegeten. DAT zouden ze in Europa moeten introduceren. Vergeet Mc DOnalds, Quick of Burger King. They suck totally! Bij burgerfuel betaal je iets meer maar je bent gevuld voor de rest van de dag.  NA het eten van de kleine friet vraag je je af hoe je die mega grote burger in godsnaam nog gaat opkrijgen. En plus proberen ze echt rekening te houden met het milieu. Ze gebruiken eieren van kippen met vrije uitloop, ze maken hun sausjes zelf en er staan 3 verschillende soorten veggie burgers op het menu. Er staat altijd goede muziek op en er werken coole mensen! Geen enkele hamburgerkeet kan hieraan tippen. Zowel voor Evie als Duffy.

Bestemming Napier. Dit stadje is in de jaren '30 in de as gelegd na een aardbeving. Napier is bijna volledig heropgebouwd in Art Deco stijl. Destroyed and rebuild in style. Elk jaar herdenken ze deze gebeurtenis met een Art Deco festival. Mensen kleden zich in jaren '30 stijl, oldtimers rijden door de stad,... Jammer genoeg waren we enkele dagen te vroeg voor dit festival. Maar Napier heeft meer te bieden dan gebouwen in deze prachtige bouwstijl. Enkele kilometers buiten de stad leeft er een kolonie jan-van-genten aan de ruwe kustlijn. Je kan er te voet naar toe als het laagtij is of je kan je tegen betaling laten vervoeren op een kar getrokken door een tractor. Wij kozen uiteraard de eerste optie van 20km wandelen, heen en terug.  Een redelijk smalle strook strand was ons pad, gelegen tussen de Stille oceaan en steile rotsen met duidelijk zichtbare geologische lagen (laat die creationisten maar eens tot hier komen). Hier en daar een kloof waar heelder bosjes in groeien. De wandeling op zich was dus al de moeite om tot hier te komen. Na 2 uur roken we de kolonie. Verzameld op rotsen, wit gekleurd van de uitwerpselen. Het was de perfecte moment in het jaar omdat de eieren al uitgebroed waren maar de kuikens nog niet volgroeid. We konden heel dichtbij komen. Na een uurtje rondgehangen te hebben bij deze vogels, begonnen we aan onze terugweg, omdat we op tijd wilden terug zijn voor het hoogtij.  We hebben in de verte op een rots nog een zeeleeuw gezien en onderweg nog vele andere zeevogels. Omdat Duffy weer last kreeg aan zijn knie, deze keer de andere, hebben we aan een man met rood hoofd die voorbij reed op een quad (vierwieler) een lift gevraagd. Binnen de minuten waren we terug bij het starpunt. We waren blij dat we het meeste van de weg te voet hadden gedaan, omdat je dan het best van dit prachtige stukje natuur kan genieten. Alweer moe maar ook alweer zeer tevreden reden we naar het Tutira meer om te overnachten.

We hebben lang getwijfeld of we langs het Urewena regenwoud zouden rijden. Maar de meer dan 100 kilometer kiezelweg door de bergen,schrikte ons af en we namen dus met veel pijn in het hart een andere weg.

Via Gisborne reden we terug in noordelijke richting. We stopten langs de Te Rere watervallen. Redelijk brede waterval. Duffy wou er gaan onder staan maar het water bleek toch wat te koud te zijn. We gingen verder naar de Te Rere rockslide. Daar waren enkel jongemannen van een 20 meter brede en 30 meter diepe natuurlijke (rots)schijfaf aan het glijden. Zag er heel leuk uit maar we bedankten toch teon ze ons hun bodyboarsd aanboden. Duffy had last van zijn knie, en Evie had een verse koortsblaas en geen zin om in het koude water te 'duiken'. Dan maar verder gereden naar onze overnachtingsplek in de Waioeka kloof, in het Waioeka bos. Dit bos is een verlengde van het Urewena regenwoud. Zo hebben we het toch een beetje kunnen zien. Steile heuvels vol sappige groene bossen. Zo zag NZ er vroeger uit.

 

Foto’s