Oostkust NZ en centraal NZ

19 februari 2010 - Whakatane, Nieuw-Zeeland

Duffy had onze Paco 's ochtends wat bijgevoerd met water en olie. De jong heeft het soms zwaar op de NZ'se wegen, bergop bergaf. We moeten hem dus verzorgen. Voor vertrek moet hij altijd eerst 3minuutjes stoom aflaten, lees: "witten doemp die ge ni wilt inademen".

Wij dus weg, den bos uit. Onderweg ervaarden we nogal wat turbulentie. Lustte Paco de olie niet, moest hij er even "inkomen"?  Na een 70-tal km kwamen we aan op onze eerste bestemming. Aldaar het strand links laten liggen en onszelf gaan informeren of het mogelijk kon zijn dat PAco de olie niet lustte. De man achter de toog in de autobenodighedenwinkel, verzekerde ons dat, ondanks het feit dat de olie voor diesel moteurs is, de naftbakken het zeker kunnen verdragen. De olie zou dus NIET de oorzaak van de misselijkmakende turbulentie zijn. Hij raadde ons aan, gewoon verder te rijden naar onze volgende bestemming en aldaar naar een mecanicien te gaan, indien het probleem nog steeds niet van de baan was. Zo gezegd zo gedaan kwamen we dus met een shokkende Paco, aan bij de eerste de beste mecanicien die we zagen. Hij bekeek de moteur, vulde de handrem vloeistof bij, reed tot 2 maal toe een toerke rond den blok en toen wist hij het. Duffy had al een vermoeden. Het was ons achterwiel. We kregen meteen flashbacks van ons bandenverhaal in Zweden. Blijkbaar waren we ergens in een put gereden en was er een soort van zuignap situatie onstaan waardoor de lucht tussen de verschillende lagen rubber zich had verplaatst. We hadden dus een band met een bult. Dan maar het reservewiel erop leggen, maar dat bleek hetzelfde probleem te hebben. Omdat er geen tweedehands banden voorradig waren, hebben we een nieuwe band gekocht voor de Paco.  70euro armer maar opgelucht reden we dan enkele km's verderop naar Ohope beach. Volgens 1 van de mecaniciens een prachtig strand. Hij vertelde ook een verhaal over een dolfijn die met de mensen komt spelen. Mooi strand in een baai, omgeven door rotsen en kliffen die begroeid zijn met mediteraans aanvoelende begroeiing. Duffy ging voor de golven en Evie ging (alweer) op zoek naar schelpen. Ze ontdekte aan de kliffen een hoekje met een bed van duizenden schelpen. Bomen groeien hier op de vreemste manieren op de kliffen.

Aan deze kust wilden we eigenlijk een tripje met een boot maken. Oftewel naar White Island. 1 van de makkelijkste bereikbare actieve mariene vulkanen in de wereld of een ander eiland waar je dolfijnen en andere zeezoogdieren kan bewonderen. Uiteraard waren deze tripjes weer VEEL te duur. Duffy kwam dan op het idee om op zoek te gaan naar iemand met een boot. In de hoop dat die ons misschien wel voor een beter prijsje op sleeptouw zou nemen. Na het eten gingen we dan naar de "jachthaven" van Whakatane om ons geluk te beproeven. Boten genoeg, maar we zagen geen schippers of kapiteinen. Toen we alle boten voorbij waren zagen we een soort strand aan de oever van de rivier. (Ook hier zie je een rivier de zee tegemoet komen) Heel wat mensen hadden zich verzamelt op het strand en IN het water. Het was ons niet meteen duidelijk wat er daar aan de hand was. Toen zag Evie ineens een vin uit het water komen. 1 seconde later viel onze frank dat dat wel eens die dolfijn kon zijn. En ja hoor. De wilde, volwassen, 3.5 meter lange dolfijn, met de bijnaam MOKO was in het water aan het spelen met de mensen. We gingen naar het modderige strand, deden onze schoenen uit en glibberden het water in. We moesten wel geduldig zijn. Enthousiaste kinderen lieten de dolfijn niet in onze buurt komen. Dan maar onze broek uitgedaan, om dieper in het water en dichter bij te geraken. Goede strategie, want niet veel later konden we dan voor de eerste keer in ons leven een wilde dolfijn aaien. Een overweldigende ervaring! Evie moest er bijna van wenen. Eens de kinderen het water uit waren, kregen we nog veel meer mogelijkheden om Moko een stevige aaibeurt te geven. Rugske wrijven, buikske wrijven. Heel apart om die stevige, rubberachtige, glibberige huid te voelen. Je voelt ook de immense kracht die in dit dier schuilt. 1 toevallig tikske van zijn staart was al een beetje pijnlijk. We weten niet hoelang we in het water hebben geplonst, maar tegen dat Moko niet meer reageerde op het roepen van zijn naam en het spletsen in het water, was het al donker en hadden wij een onuitwisbare smile op ons gezicht.

De volgende ochtend na het ontbijt en het bekijken van wedstrijden, zwemmen en zeekajaken, reden we terug naar het binnenland. We stopten langs de Okere Falls. Het leek wel aqualibi in 't groot. Naar 't schijnt is dit 1 van de beste plekken in de wereld om te raften. We zagen een raft op deze wilde rivier die bijna helemaal onderging.

Verder dan naar Rotorua. Een stadje met een geurtje, gelegen in een gebied met veel geothermische activiteit van vulkanische oorsprong. Overal in de stad en wijde omgeving is dit te zien (en te ruiken) in de vorm van hete bronnen die een doordringende zwavellucht verspreiden. Het is hier dus niet vreemd om stoom uit het bos te zien opstijgen. We overnachten aan het Rotorua meer, waar heel veel zwarte zwanen leven. De volgende ochtend reden we naar Wai-O-Tapu. Een van de gebieden waar je op een kleine oppervlakte heel veel verschijnselen van die geothermische activiteit kan bewonderen. Sulfur afzettingen, stomende meren, geisers, modderpoelen en nog meer science fiction decors. Opmerkelijk zijn ook de modderbronnen, waaruit zwavelhoudende dampen onder permanent geborrel opstijgen. Op verschillende plaatsen, bijvoorbeeld in het stadspark zijn dergelijke bronnen te vinden. In de omgeving van Rotorua liggen een aantal gebieden waar de warme minerale bronnen fel gekleurde poelen en terrassen gevormd hebben.

We hebben er lang over getwijfeld. Het heeft nooit op onze lijst van 'things to do' gestaan, maar we zijn we er toch voor gegaan. BUNGY JUMPEN. We reden dus terug naar Taupo. Nu konden we ook de fantastische Huka Falls gaan bekijken. De Taupo rivier stuwt zich met overweldigende kracht door een soort canyon om dan met volle geweld enkele meters naar beneden te storten.

Eens we aan het bungy jump centrum kwamen, werd ons duidelijk dat alleen al voor het landschap, dit 2de bezoek aan Taupo de moeite waard was. Het bungy jump platform bevindt zich 47 meter boven 1 van de mooiste rivieren die we gezien hebben. Prachtig blauw, helder water omgeven door steile kliffen. Een fantastische plek om te jumpen. De rest van de namiddag hebben we gekeken hoe mensen hun sprong waagden boven de rivier. Wij hadden kortingsbonnen om voor 11u te springen. Dus de volgende ochtend waagden wij onze sprong. Evie sprong als eerste die dag. Eens ze op dat hoge platform stond had ze een zenuwachtig lachske op haar gezicht. Ze vond het eigenlijk maar niks. Maar de begeleider begon met aftellen 3..2....en daar ging ze. Wachten op de 1 kon ze niet aan. De blauwe rivier kwam dichter en dichter en het enige dat Evie kon uitkramen was "OH MY GOD" De elastiek deed zijn werk voorbeeldig en voor ze het wist werd ze in een boot naar de kant gebracht. Met een flinke dosis adrenaline wandelde ze terug naar Duffy, die alles vanop het uitkijkpunt had gefilmd. Nu werden de rollen omgedraaid. Evie gaf nog de tip om alles zo bewust mogelijk te doen, want voor haar was het allemaal een beetje in een te snelle roes voorbij gegaan. Duffy was zenuwachtig, totdat hij op het platform stond. Dan was hij de rust zelve en met volle bewustzijn liet hij zich naar beneden vallen met de woorden "HELL YEAH". De rest van de voormiddag hebben we nog rondgehangen aan het centrum. Twijfelend of we nog een 2de sprong zouden wagen, omdat die maar 25euro kostte per persoon.

Toch maar niet gedaan en met ons certificaatje, terug naar Rotorua gereden om naar de 3 meren te gaan kijken. Het blauwe, groene en het Tarawera meer. We vonden een leuk plekje aan het blauwe meer. Een zalige plek om te zwemmen. 's Avonds waren we in het gezelschap van 2 Nieuw Zeelandse jonge vrouwen met hun hond en een Fransman Thomas en een Duitser Michael die samen door NZ reizen.

De volgende ochtend deden we op aanraden van de NZ'se dames nog een wandeling in The Redwoods. Een gebied van 288 ha met (exotische) kustmammoetbomen. Hun 'gebrande sienna' kleurige stammen maakten de naam van dit bos meteen duidelijk. Sommige van de bomen zijn hier 100 jaar geleden geplant en al behoorlijk groot.

Terug onderweg naar de oostkust stopten we nog aan de Mc Larren waterval. Niet veel water te bespeuren hier, maar dat gaf ons een mooie zicht op te door de tijd verweerde rivierbedding.

Kilometers later arriveerden we dan aan het Waihi strand. Een beetje te vergelijken met het Ohope strand. We trokken onze zwembroekjes aan, renden de zee in en gingen de golven te lijf. 's Avonds aan de praat geraakt met een Duits koppel, Katrin & Michael, dat hier ook zou overnachten. De volgende ochtend maakten we een wandeling, die ons bovenaan de kliffen bracht, naar de Orokawa baai. Die is enkel te voet of met een boot te bereiken. Een rustige plek omgeven door bomen met zilvergrijze stammen en hoge kruinen. We wandelden verder naar een klein watervalletje door de dichte begroeing. We moesten talloze beekjes oversteken om er te geraken.

Terug aan Waihi een douchke gepakt en naar 'Hot water beach' gereden. Dit prachtige strand staat bekend voor zijn warmwaterbronnen. Tijdens laagtijd kan je hier een put in het zand graven en jezelf weken in warm water. Tijdens het avondeten aan de praat geraakt met het Engelse koppel, Naomi en Andrew. In de tussentijd waren ook Katrin en Michael gearriveerd. Genoeg mensen dus om ne put te graven. Katrin had een mooi spotje gevonden, maar het duurde heel lang alvorens we resultaat boekten met het graven. Het laagtijd was nog niet laag genoeg en onze put liep telkens weer vol met zeewater. Omdat we geen spades hadden, moesten we met de handen graven en dat was niet makkelijk omdat het opborrelende water gewoonweg heet was. Het was eigenlijk heel grappig om al die volwassen mensen, als gekken bij zonsondergang een put te zien graven op het strand. In de menigte zagen we Thomas en Michael rondwandelen met een fles wijn in de hand. Een tijdjes later zaten we allemaal in onze put te soppen. Diep was de put niet dus, iedereen zat wat met zijn achterwerk te wiebelen om zo wat dieper te geraken. Toen het donker was hielden we het voor bekeken en konden we beginnen met de kilo's zand uit ons zwembroekske te scheppen. Gelukkig stonden er 2 douches aan de parking om ons af te spoelen. Evie heeft dan, uit pure zandmiserie, alles uitgedaan om al dat zand deftig weg te kunnen spoelen. Samen met de 2 andere koppels reden we, in het donker, enkele kilometers verder naar een ander strand. Tevreden over onze dag deden we de deuren van de auto dicht, klaar om een pintje te drinken. Dat was echter een probleem, want Duffy had de sleutels in het contact laten zitten! Zonder pintje en Evie op blote voeten moesten we dus in onze eigen auto inbreken. Gelukkig hadden we vier andere mensen om ons daarbij te helpen. Toen niks kon baten reden Andrew en Naomi naar de brandweer. Enkele minuten later waren ze terug met de reddende engel. Die heeft binnen de minuut, met een oude truc, het knopje omhoog gekregen. Eind goed al goed, konden we dan eindelijk ons welverdiend pintje drinken. Uitkijkend over de maan die schitterde in de zee.

 

Foto’s

2 Reacties

  1. papa jos en leona:
    14 maart 2010
    Het valt telkens weer op hoeveel schrijverstalent evie wel heeft.
    Boeiend geschreven reisverhaal weeral.
    Hierdoor is het niet moeilijk om je in te leven in jullie avonturen.
    Terug thuis zou ik alles in boekvorm uitgeven ,geillustreerd met fotos.
    Dikke knuffels van papa jos en leona
  2. Schwenny:
    18 maart 2010
    Nieuw Zeeland was precies wel echt schoon...heel mooie foto's, mooi verhaal weeral...amai!!! Niet te geloven toch, soms ben ik er echt ondersteboven van!!!
    Liefs van Schwenny, alias sissyke :)